Somatische symptoomstoornis feiten

Somatische symptoomstoornis feiten.

Somatische symptoomstoornis feiten


Somatische symptoomstoornis (SSS), voorheen ook wel somatisatiestoornis genoemd, is een psychische stoornis waarbij fysieke klachten niet volledig kunnen worden toegeschreven aan een medische conditie, aan middelengebruik of aan een andere psychische stoornis.
Deze pagina bespreekt somatische symptoomstoornis feiten die gevonden zijn in onderzoeken; denk hierbij aan prevalentie, klachten, comorbiditeit (hoe vaak SSS voorkomt in combinatie met een andere psychische stoornis) en behandeling. Een op de zes wordt ooit gediagnosticeerd met SSS, waarbij deze stoornis vaker voorkomt bij vrouwen dan bij mannen, en zich rond het 20e levensjaar het vaakst openbaart. Een van de andere interessante somatische symptoomstoornis feiten is dat de helft van de mensen met SSS aangeeft in hun jeugd getraumatiseerd te zijn geraakt door de primaire opvoeder(s),
 

 
Vanwege de recent uitgekomen DSM V (gepubliceerd in 2013) en de daardoor veranderde criteria voor somatoforme stoornissen (naam en criteria), is er nog maar weinig onderzoek gedaan naar somatische symptoomstoornis. Daarom richt deze pagina zich voornamelijk op somatoforme stoornis- en somatisatiestoornis feiten van het jaar 2000 en ouder. Deze pagina wordt regelmatig bijgewerkt met nieuwe somatische symptoomstoornis feiten
 
Ga naar:

  • Wat is somatische symptoomstoornis (SSS)?
  • Somatische symptoomstoornis oorzaken.
  • Somatische symptoomstoornis diagnosticeren.
  • Hoe wordt SSS behandeld?
  • Doe de SSS test.
  • Somatische symptoomstoornis zelfhulp.
  • Partner met somatische symptoomstoornis.
  • Online behandeling voor SSS
  • Terug naar de startpagina.
  •  
     

    Bij Barends Psychology Practice wordt somatische symptoomstoornis (online) behandeld. Meld je hier aan voor een eerste, gratis online sessie. (Afhankelijk van jouw zorgpolis kan het zijn dat de behandeling vergoed wordt).

     
     

    Somatische symptoomstoornis feiten: algemene informatie

    • Mensen die gediagnosticeerd zijn met somatische symptoomstoornis (SSS) ontwikkelden vaker een andere psychische stoornis in de afgelopen 12 maanden. Stemmings-, angst- en andere somatische stoornissen kwamen het meeste voor in combinatie met somatische symptoomstoornis [10].
    • Mensen met SSS laten een geheugenbias zien voor negatieve en pijn woorden ten opzichte van neutrale en positieve woorden [3]. Dit wekt de suggestie dat de bias specifiek gericht is op informatie die relevant is voor deze psychische stoornis en helpt te verklaren waarom mensen somatische symptoomstoornis ontwikkelen.
    • Problemen met affectregulatie is een veel aangegeven klacht van mensen met SSS. Onder-regulatie van affect wordt hierbij significant vaker gerapporteerd dan over-regulatie [5]. Met andere woorden, mensen met SSS hebben meer moeite met het reguleren van hun emotionele basismodus. Het reguleren van hun emotionele basismodus gebeurd te weinig, hetgeen zorgt voor meer klachten.
    •  

    • Ongeveer 50% van de mensen met SSS geeft aan in de jeugd te zijn getraumatiseerd door de primaire opvoeder(s) (TPC) [6]. In geval van SSS + borderline persoonlijkheidsstoornis gaat het zelfs om 75% van de gevallen [6].
    • Kinderen van ouders met SSS geven aan meer gepreoccupeerd te zijn met ziektefobie en hun lichaam, dan kinderen van ouders die geen somatische symptoomstoornis hebben [7]. Dit wekt de suggestie dat deze kinderen sneller zelf ook SSS ontwikkelen.
    • Doofheid, erectieproblematiek, geheugenverlies, gewrichtspijn, pijn in handen en voeten, hartkloppingen en urologische problematiek komen vaker voor bij mensen van 45 jaar en ouder [11].
    • Hypochondrische klachten komen ook vaker voor bij mensen van 45 jaar en ouder [11].

     
     

    Somatische symptoomstoornis feiten: symptomen

    Somatische symptoomstoornis feiten.

    Somatische symptoomstoornis feiten.


    De meest genoemde somatische symptoomstoornis (SSS) symptomen zijn pijnklachten, gevolgd door maag-en-darm klachten en cardiovasculaire problemen [11]. Zeldzame klachten (hooguit 2% van de populatie geeft aan hier last van te hebben) zijn rectale pijn, pijn tijdens geslachtsgemeenschap, overgeven, lekken van vloeistof uit de anus, vervelende sensaties bij de genitaliën, verlamming en spierzwakte, stemverlies, hallucinaties, verlies van tastgevoelens, dubbel zicht, blindheid, flauwvallen, overgeven tijdens de gehele zwangerschap en beroertes [11].
     
    Veelvoorkomende SSS klachten [11]:

    • Rugpijn (30% van de mensen geeft aan hier last van te hebben)
    • Gewrichtspijn (25%)
    • Pijn in handen en voeten (20%)
    • Hoofdpijn (19%)
    • Opgeblazen gevoel (13%)
    • Intolerantie van bepaald eten (12%)
    • Buikpijn (11%)
    • Hartkloppingen (11%)

     
    Somatische symptoomstoornis klachten die vaker gerapporteerd worden door vrouwen [11]:

    • Pijn tijdens geslachtsgemeenschap (OR: 5.46 vrouwen tegenover 1 man)
    • Blozen (OR: 3.40)
    • Verlies van tastzin of pijn (OR: 2.83)
    • Vervelende sensaties in of rondom de genitaliën (OR: 2.03)

    NOOT: Slechts 1 klacht komt vaker bij mannen voor dan bij vrouwen: urineretentie (de ophoping van urine in de blaas omdat iemand niet meer kan plassen of slechts in kleine hoeveelheden per keer).

     
     

    Somatische symptoomstoornis feiten: prevalentie in Nederland

    • In Nederland heeft 16,1% van de mensen ooit een somatische of andere symptoomstoornis [2]. Dit percentage komt overeen met de 16,2% die gevonden is in de Duitse populatie [1].
    • Mensen tussen de 25 en 44 hadden vaker de diagnose somatische symptoomstoornis dan de 45-64 jaar groep of 65 en ouder groep: 21,8% tegenover 15,3% en 5,4% [2].
    •  

    • Vrouwen ontwikkelen vaker SSS dan mannen, maar in Nederland is dit verschil niet groot genoeg om conclusies uit te kunnen trekken [2].
    • In Nederland heeft 26% van de mensen met SSS ook een angst- en/of depressieve stoornis [2].
    • 54% van de mensen met een angst- en/of depressieve stoornis had ook SSS [2].

     
    (Advertentie, scroll naar beneden voor meer interessante somatische symptoomstoornis feiten)


     
     

    Somatische symptoomstoornis feiten: prevalentie in Duitsland

    • 5,6% van de Duitse populatie wordt ooit gediagnosticeerd met somatische symptoomstoornis (SSS) [1].
    • In de afgelopen 12 maanden had 4,3% van de Duitse populatie SSS [1].
    • Meer vrouwen dan mannen ontwikkelen SSS in Duitsland: 7,3% tegenover 3,9% [1].
    • Somatische symptoomstoornis ontwikkelt zich het meest tijdens de adolescentie en jongvolwassenheid; de mediaan ligt op 20 jaar [1].
    • 12,7% van de Duitse populatie wordt ooit gediagnosticeerd met pijnstoornis (nu bekend onder de naam conversiestoornis) [1].
    •  

    • In de afgelopen 12 maanden had 8,1% van de mensen de diagnose pijnstoornis [1].
    • Meer vrouwen dan mannen ontwikkelen pijnstoornis: 17,8% tegenover 7,8% [1].
    • 12% van de Duitse populatie is tegelijkertijd gediagnosticeerd met zowel somatische symptoomstoornis als een angststoornis (ook wel comorbiditeit genoemd); 11% met SSS, angststoornis en een depressieve stoornis; 8% met SSS en een depressieve stoornis [1].
    • In tegenstelling tot mensen met een andere psychische stoornissen is er geen correlatie tussen burgerlijke staat en SSS: evenveel getrouwde mensen hebben SSS als mensen die alleenstaand, of gescheiden zijn of weduwnaar/weduwe [1].
    • Mensen in hogere sociale kringen ontwikkelen minder vaak somatische symptoomstoornis dan mensen van lagere sociale klassen [1].

     
     

    Somatische symptoomstoornis feiten: prevalentie in Spanje

    • 28,8% van de mensen in Spanje die deelnamen aan een onderzoek hadden somatische symptoomstoornis (SSS) [9].
    • Meer vrouwen dan mannen werden gediagnosticeerd met SSS: 71,1% tegenover 28,9% [9].
    • De meerderheid van de mensen met SSS was getrouwd (61,6%), gevolgd door alleenstaand (16,7%), gescheiden/uit elkaar (11,1%) en weduwe/weduwnaar (10,6%) [9].
    •  

    • 18,6% van de mensen met SSS had ook een stemmingsstoornis [9].
    • Van de mensen met SSS had 14,8% een angststoornis [9].
    • 11,5% van de mensen met SSS had ook een stemmingsstoornis en een angststoornis [9].

     
    (Advertentie, scroll naar beneden voor meer interessante somatische symptoomstoornis feiten)


     

    Somatische symptoomstoornis feiten: prevalentie in Saudi Arabië

    • In Saudi Arabië heeft 19,3% van de mensen een somatische symptoomstoornis [8].
    • Vrouwen ontwikkelen vaker SSS dan mannen in Saudi Arabië: 69,9% tegenover 30,1% [7].

     
     

    Somatische symptoomstoornis feiten: behandeling

    • Cognitieve gedragstherapie (CGT) is de meest effectieve behandelvorm voor somatische symptoomstoornis (SSS), gevolgd door een consultatiebrief van de huisarts [4],[12]. Antidepressiva zijn ook effectief, maar op basis van de huidige onderzoeken kunnen hierover geen eenduidige conclusies getrokken worden [4]. Voor meer informatie over de behandeling van somatische symptoomstoornis, klik hier.
    • Zoals eerder genoemd, 1 op de 2 mensen met SSS geven aan getraumatiseerd te zijn in de jeugd door hun primaire opvoeder(s). Dit suggereert dat deze mensen baat kunnen hebben bij Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR). Dit wordt ook ondersteund door onderzoek: EMDR is effectief bij het verminderen van chronische pijnklachten, helemaal als iemand in het verleden getraumatiseerd is [13]. EMDR is ook effectief bij het behandelen van fantoompijn en de psychische klachten als gevolg van amputatie [14].
    • Minimaal 32,9% van de mensen met SSS krijgen behandeling voor hun psychische stoornis. Voor mensen met zowel SSS als een andere psychische stoornis was dit 47,7% [1].
    • Tenminste 25,0% van de mensen met pijnstoornis ontvangen behandeling voor hun psychische stoornis. Voor de mensen met pijnstoornis en een andere psychische stoornis is dit 35,6% [1].
    • Een goed supportnetwerk verkleint de hoeveelheid ervaren stress die iemand met somatische symptoomstoornis ervaart, hetgeen de kwaliteit van het leven significant verbetert [16].
    • Cliënten met een hevige somatische symptoomstoornis hebben twee keer zoveel medische kosten als cliënten die geen SSS hebben. Ook hebben mensen met SSS tweemaal zoveel ambulante en poliklinische intramurale zorg [15].

     
     
    Literatuur:

    • [1] Jacobi, F., Wittchen, H. U., Hölting, C., Höfler, M., Pfister, H., Müller, N., & Lieb, R. (2004). Prevalence, co-morbidity and correlates of mental disorders in the general population: results from the German Health Interview and Examination Survey (GHS). Psychological medicine, 34, 597-611.
    • [2] De Waal, M. W., Arnold, I. A., Eekhof, J. A., & Van Hemert, A. M. (2004). Somatoform disorders in general
      practice. The British Journal of Psychiatry, 184, 470-476.
    • [3] Pauli, P., & Alpers, G. W. (2002). Memory bias in patients with hypochondriasis and somatoform pain disorder. Journal of Psychosomatic Research, 52, 45-53.
    • [4] Kroenke, K. (2007). Efficacy of treatment for somatoform disorders: a review of randomized controlled trials. Psychosomatic medicine, 69, 881-888.
    • [5] van Dijke, A., Ford, J. D., van der Hart, O., van Son, M., van der Heijden, P., & Bühring, M. (2010). Affect dysregulation in borderline personality disorder and somatoform disorder: Differentiating under-and over-regulation. Journal of Personality Disorders, 24, 296-311.
    • [6] Annemiek van, D., Julian D, F., Onno van der, H., Maarten JM, V. S., Peter GM, V. D. H., & Martina, B. (2011). Childhood traumatization by primary caretaker and affect dysregulation in patients with borderline personality disorder and somatoform disorder. European Journal of Psychotraumatology, 2, 5628.
    • [7] Marshall, T., Jones, D. P., Ramchandani, P. G., Stein, A., & Bass, C. (2007). Intergenerational transmission of health beliefs in somatoform disorders. The British Journal of Psychiatry, 191, 449-450.
    • [8] Becker, S., Al Zaid, K., & Al Faris, E. (2002). Screening for somatization and depression in Saudi Arabia: a validation study of the PHQ in primary care. The International Journal of Psychiatry in Medicine, 32, 271-283.
    • [9] Roca, M., Gili, M., Garcia-Garcia, M., Salva, J., Vives, M., Campayo, J. G., & Comas, A. (2009). Prevalence and comorbidity of common mental disorders in primary care. Journal of affective disorders, 119, 52-58.
    • [10] Härter, M., Baumeister, H., Reuter, K., Jacobi, F., Höfler, M., Bengel, J., & Wittchen, H. U. (2007). Increased 12-month prevalence rates of mental disorders in patients with chronic somatic diseases. Psychotherapy and psychosomatics, 76, 354-360.
    • [11] Rief, W., Hessel, A., & Braehler, E. (2001). Somatization symptoms and hypochondriacal features in the general population. Psychosomatic medicine, 63, 595-602.
    • [12] Sumathipala, A. (2007). What is the evidence for the efficacy of treatments for somatoform disorders? A critical review of previous intervention studies. Psychosomatic medicine, 69, 889-900.
    • [13] van Rood, Y. R., & de Roos, C. (2009). EMDR in the treatment of medically unexplained symptoms: A systematic review. Journal of EMDR Practice and Research, 3, 248-263.
    • [14] Schneider, J., Hofmann, A., Rost, C., & Shapiro, F. (2007). EMDR in the treatment of chronic phantom limb pain. Pain Medicine, 9, 76-82.
    • [15] Barsky, A. J., Orav, E. J., & Bates, D. W. (2005). Somatization increases medical utilization and costs independent of psychiatric and medical comorbidity. Archives of general psychiatry, 62, 903-910.
    • [16] Ali, A., Deuri, S. P., Deuri, S. K., Jahan, M., Singh, A. R., & Verma, A. N. (2010). Perceived social support and life satisfaction in persons with somatization disorder. Industrial psychiatry journal, 19, 115.