Wat is een bipolaire stoornis?

Bipolaire stoornis feiten - algemene informatie over prevalentie, comorbiditeit, risicofactoren en meer. Bipolaire stoornis symptomen. Mensen met een bipolaire stoornis hebben last van typische bipolaire stoornis symptomen, zoals hevige stemmingswisselingen, grote veranderingen in activiteit- en energieniveaus en moeite hebben bij het uitvoeren van dagelijkse taken. Stemmingswisselingen kunnen vaak en minder vaak plaatsvinden: van een paar keer per dag tot een paar keer per jaar. De hevigheid en/of verstorende aard van de bipolaire stoornis symptomen maken het lastig voor mensen met een bipolaire stoornis om gezonde relaties te onderhouden of om een baan voor langere periode aan te houden. Daarnaast lopen mensen met een bipolaire stoornis ook meer risico op het ontwikkelen van dementie [20], metabool syndroom en obesitas [21]. Mensen met een bipolaire stoornis plegen vaker zelfmoord (dan andere mensen) en dit vindt vrijwel alleen maar plaats tijdens een depressieve episode [17].
Deze pagina beslaat de volgende onderwerpen: uitleg over bipolaire stoornis, bespreken van de bipolaire stoornis symptomen, risicofactoren en interessante feiten. Gelukkig kunnen de bipolaire stoornis symptomen behandeld worden met behulp van therapie. Hoewel de therapie vaak jarenlang duurt en Bipolaire stoornis in veel gevallen nooit helemaal over gaat, lukt het veel mensen met een bipolaire stoornis om de klachten enorm te reduceren en, met behulp van medicatie, de stemmingswisselingen onder controle te houden.

Bij Barends Psychology Practice wordt bipolaire stoornis behandeld in het Engels, Arabisch en Zweeds. Meld je hier aan om een gratis en vrijblijvende sessie te boeken. (Afhankelijk van jouw zorgpolis kan het zijn dat de behandeling vergoed wordt).

Ga naar:

Bipolaire stoornis episodes.

Manie – Een periode van buitengewone opgewektheid wordt ook wel een manie of een hypomanie genoemd (hypomanie is een minder ernstige vorm van een manie). Gedurende een manie is er sprake van de volgende bipolaire stoornis symptomen: mensen voelen zich euforisch, barsten van de energie, snel prikkelbaar, hebben veel sociaal contact, weinig behoefte aan slaap, zijn erg impulsief en (seksueel) erg actief. Depressieve episode – De bipolaire stoornis symptomen bij een depressieve episode kenmerken zich door: gevoelens van lusteloosheid, angst, schuld, hopeloosheid, isolatie en somberheid. Vaak verliezen de mensen tijdens deze periode ook interesse in activiteiten die ze leuk vinden, slapen en eten meer of minder dan normaal, voelen zich eenzaam en onverschillig. Gemengde affectieve/emotionele periode – Gedurende deze periode ervaren mensen zowel de bipolaire stoornis symptomen van de manie als die van de depressie. Gedurende deze periode is er een vergrootte kans op zelfmoord, omdat de depressieve buien (“ik wil niet meer leven”) gepaard gaan met het impulsieve van een manie. (Advertentie. Voor meer informatie over bipolaire stoornis symptomen, lees verder.)

Bipolaire stoornis typen: I, II, cyclothyme en Niet Anderszins Omschreven.

Er zijn vier typen bipolaire stoornis: type I, type II, Cyclothyme en Niet Anderszins Omschreven. Bipolaire stoornis Type I wordt gekenmerkt door tenminste 1 manische episode van een week. Door de ernst van de bipolaire stoornis symptomen is er een grote kans dat er tijdens deze manische periode problemen ontstaan op sociaal vlak en/of op het werk. Ziekenhuisopname is soms nodig om ervoor te zorgen dat diegene zichzelf en andere geen schade toebrengt. Bipolaire stoornis Type II is minder hevig dan Type I. Hoewel ook hier iemand erg energiek kan zijn, en het functioneren op verschillende vlakken negatief beïnvloed wordt, kunnen mensen toch de dagelijkse taken blijven uitvoeren. Mensen met bipolaire stoornis Type II ervaren langere depressieve episodes dan manische episodes. Cyclothyme stoornis is weer een minder ernstige variant dan Type I en II. Een cyclothyme stoornis wordt gekenmerkt door korte manische en depressieve episodes (ze zijn te kort om te voldoen aan de criteria voor een bipolaire stoornis type I of II of depressieve stoornis). Bipolaire stoornis Niet Anderszins Omschreven is een restcategorie van de bipolaire stoornissen die niet in de bovengenoemde typen valen, zoals: door een medische conditie veroorzaakte bipolaire stoornis en door drugs veroorzaakte bipolaire stoornis.

Bipolaire stoornis symptomen.

Bipolaire stoornis symptomen: depressie, manie, hypomanie. De manische, hypomane en depressieve episodes bevatten tegenstrijdige bipolaire stoornis symptomen en kunnen vrij verwarrend zijn. Iemand die in een depressieve episode zit, bijvoorbeeld, is erg vermoeid, slaapt veel, kan nauwelijks genieten van activiteiten en weinig energiek zijn. Iemand die in een manische episode zit, daarentegen, kan zich erg energiek en vrolijk voelen en maar weinig behoefte hebben aan slaap. Voor sommige mensen is het gemakkelijker om naar de bipolaire stoornis symptomen per episode te kijken om te bepalen of er sprake is/was van een depressieve, manische of hypomane episode. Daarom hebben we een overzicht gemaakt van de symptomen per type episode. Depressieve episode: Er zijn die criteria waar op gelet moet worden:
  • de symptomen zijn bijna elke dag aanwezig,
  • ze zorgen voor beperkingen in het functioneren,
  • ze kunnen niet beter verklaard worden door andere psychische stoornissen, drugsmisbruik of bijwerkingen van medicatie.
    • Depressieve stemming grote delen van de dag,
    • Duidelijk gewichtsverlies (zonder dieet) of gewichtstoename,
    • Verminderde interesse of plezier,
    • Slapeloosheid of overmatige slaperigheid,
    • Vermoeidheid of verlies van energie,
  • Psychomotorische agitatie of retardatie,
  • Verminderd vermogen om te concentreren of denken of besluiteloosheid,
  • Terugkerende gedachten over de dood, suïcide-ideaties,
  • Ongepaste of buitensporige gevoelens van schuld of waardeloosheid.
Manische episode: Er zijn 3 criteria waar rekening mee gehouden moet worden:
  • de symptomen zijn bijna iedere dag en vrijwel de gehele dag aanwezig,
  • de symptomen zijn minimaal 1 week aanwezig, en
  • ze kunnen niet beter verklaard worden door andere psychische stoornissen, drugsmisbruik of bijwerkingen van medicatie.
    • Opgeblazen gevoel van eigenwaarde of grootsheid,
    • Spreekdrang,
    • Afgenomen behoefte aan slaap,
    • Gedachtevlucht of subjectieve beleving dat gedachten jagen,
      • Verhoogde afleidbaarheid,
      • Toegenomen doelgerichte activiteit,
      • Zich overmatig bezig houden met risicovolle activiteiten (ongeremde koopwoede of seksuele escapades).
Hypomane episode: Er zijn 4 criteria waarop gelet moet worden:
  • de symptomen zijn bijna dagelijks en grote delen van de dag aanwezig,
  • de symptomen zijn minimaal 4 en maximaal 6 dagen aanwezig,
  • ze zorgen niet voor beperkingen in het functioneren, en
  • ze kunnen niet beter verklaard worden door andere psychische stoornissen, drugsmisbruik of bijwerkingen van medicatie.
    • Opgeblazen gevoel van eigenwaarde of grootsheid,
    • Spreekdrang,
    • Afgenomen behoefte aan slaap,
    • Gedachtevlucht of subjectieve beleving dat gedachten jagen,
  • Verhoogde afleidbaarheid,
  • Toegenomen doelgerichte activiteit,
  • Zich overmatig bezig houden met risicovolle activiteiten (ongeremde koopwoede of seksuele escapades).
(Advertentie. Lees verder voor meer informatie over bipolaire stoornis symptomen.)

Bipolaire stoornis risicofactoren

Er zijn verschillende factoren die bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van bipolaire stoornis (BS) of aan de bipolaire stoornis symptomen. Gelukkig is het niet zo dat een risicofactor automatisch leidt tot de ontwikkeling van BS of de symptomen. Een risicofactor betekent alleen dat de kans op het ontwikkelen van iets is toegenomen als diegene voldoet aan dat criterium. Genetica: Een ouder of broer/zus hebben met schizofrenie of BS vergroot de kans op het ontwikkelen van bipolaire stoornis [19]. Met een overdraagbaarheid van 59% zijn bepaalde genen een grote risicofactor [19]. Interessant is dat het niet uitmaakt of je een man of vrouw bent: het vergroot of verkleint de kans niet op het ontwikkelen van BS [19]. Stressvolle levensgebeurtenissen: Het ervaren van een stressvolle gebeurtenis, zoals verhuizen, verliezen van een dierbare, een ongeluk, overval of gepest worden vergroot de kans op het ontwikkelen van bipolaire stoornis [9]. Als iemand zijn moeder verliest voor het 5e levensjaar, bijvoorbeeld, dan neemt de kans op het ontwikkelen van BS beduidend toe en ontwikkelt BS zich vaak ook al op jongere leeftijd [10]. Het verliezen van een moeder kan een grote impact hebben op de emotionele ontwikkeling van een kind. Psychosociaal: Een verandering in het sociale ritme of circadiaan ritme vergroot de kans op het ontwikkelen van een bipolaire stoornis episode [9]. Dit suggereert dat het vasthouden aan een gezond dag-en-nacht ritme erg belangrijk is voor mensen met BS. Het ontvangen van negatieve sociale steun van naasten vergroot ook de kans op het ontwikkelen van een BS episode en kan de hevigheid van de klachten doen toenemen [9]. Voorbeelden van negatieve sociale steun zijn schuldgevoel-inducerende, kritische en opdringerige opmerkingen. Kalm blijven wanneer iemand een depressieve of manische episode heeft kan erg lastig zijn. Een van de meest interessante feiten is waarschijnlijk dat individuen met een perfecte schoolprestatie 4 keer meer kans hebben op het ontwikkelen van een BS, vergeleken met individuen die gemiddeld of beneden gemiddeld presteren. Individuen met de laagste schoolprestaties hebben ook een iets vergrote kans op het ontwikkelen van BS [22]

Interessante bipolaire stoornis feiten.

We hebben interessante bipolaire stoornis feiten van over de hele wereld verzameld en overzichtelijk neergezet. Weet je bijvoorbeeld dat er geen verband gevonden is tussen BS en sekse, familie-inkomen, ras of etniciteit [1],[6]? Of dat mensen met BS meer dagen in bed doorbrengen vanwege emotionele problemen vergeleken met mensen die andere psychische stoornissen hebben [3]? Eén van de andere interessante bipolaire stoornis feiten is dat BS verantwoordelijk is voor meer levensjaren waarin iemand moet leven met een beperking dan kanker, epilepsie of de ziekte van Alzheimer [5]. Eén van de andere bipolaire stoornis feiten is dat één op de vier mensen met BS-1 of een andere BS suïcidepogingen hebben ondernomen en dat dit bij BS-2 één op de vijf is [5],[7].

Bij Barends Psychology Practice wordt behandeling aangeboden voor bipolaire stoornis. Meld je hier aan om een eerste, gratis, sessie in te plannen. Behandeling wordt alleen aangeboden in het Engels, Arabisch en Zweeds. (Afhankelijk van jouw zorgpolis kan het zijn dat de behandeling (deels) vergoed wordt).

Bipolaire stoornis feiten – Iedere bipolaire stoornis

Bipolar disorder facts - prevalence rates per country
Tussen de 0,7 en 4,4% van de volwassenen heeft ooit een Bipolaire stoornis [1],[2],[3],[4],[6],[8]. Hieronder vallen BS-1, BS-2, Cyclothyme stoornis, BS veroorzaakt door drugs, BS veroorzaakt door een medische toestand en BS Niet Anderszins Omschreven. Gemiddeld genomen, in de Verenigde Staten, ontwikkelt Bipolaire stoornis zich rond 20,8 jaar [1]. Dit is iets later dan bij BS-1 of BS-2 het geval is. In Canada, daarentegen, ontwikkelt BS zich gemiddeld rond de 22,5 jaar [6]. 92,3% van de mensen met een Bipolaire stoornis voldoet ook aan de criteria van een andere psychische stoornis; bijvoorbeeld, één op de drie mensen met BS heeft ook een sociale fobie (37,8%), ADHD (31,4%), één op de vier mensen heeft PTSS en één op vijf mensen heeft een paniekstoornis [1]. (Advertentie. Lees verder voor meer Bipolaire stoornis feiten).

Bipolaire stoornis feiten – Bipolaire stoornis-1

Tussen de 0,4 en 1% van de volwassenen heeft ooit BS-1; 0,8% van de mannen en 1,1% van de vrouwen [1],[2]. Sommige landen geven aan dat 0,1% van de bevolking BS-1 heeft, maar die landen gebruikten andere criteria. BS-1 ontwikkelt zich gemiddeld genomen rond 18,2 jaar: mensen met BS-1 hadden hun eerste manische, hypomane of depressieve episode rond 18,2 jaar [1]. Mensen met BS-1 gaven tevens aan dat een episode gemiddeld 10,3 jaar aanhield (hypomaan/manisch/depressief) [1]. Ongeveer één op de drie mensen (35,3%) met BS-1 kreeg in de afgelopen 12 maanden de verkeerde medicatie voorgeschreven [1]. 46,8% van de mensen met BS-1 gebruikte helemaal geen medicatie [1]. 97,7% van de mensen met Bipolaire stoornis-1 voldoet aan de criteria van nog een andere psychische stoornis; bijvoorbeeld, bijna de helft van de mensen met BS-1 heeft ook een sociale fobie (51,6%) of een specifieke fobie (47,1%), één op de drie BP-1 mensen heeft ook een paniekstoornis (29,1%), PTSS (30,9%) en één op de vier mensen heeft OCS/OCD [1].

Bipolaire stoornis feiten – Bipolaire stoornis-2

Tussen de 0,1 en 1,1% van de volwassenen heeft ooit Bipolaire stoornis-2; 0,9% van de mannen en 1,3% van de vrouwen [1],[2]. Bipolaire stoornis-2 ontwikkelt zich gemiddeld genomen rond de 20,3 jaar: deze mensen hadden toen voor het eerst last van een hypomane, manische of depressieve episode [1]. Gemiddeld genomen hebben mensen met BS-2 ongeveer 11,6 jaar last van een episode (manisch, hypomaan of depressief) [1]. Eén op de vier mensen (24,5%) met BS-2 kreeg de verkeerde medicatie voorgeschreven in de afgelopen 12 maanden [1]. 59,9% gebruikte zelfs helemaal geen medicatie [1]. 95,8% van de mensen met Bipolaire stoornis-2 voldoet ook aan de criteria van een andere psychische stoornis; bijvoorbeeld, de helft heeft ook last van een specifieke fobie (51,1%) of sociale fobie (54.6%), één op de drie mensen heeft ook PTSS (34,3%), Gegeneraliseerde Angststoornis (37,0%), één op de vier mensen heeft een paniekstoornis (27,2%) en één op de vijf mensen heeft OCS/OCD (20,8%) [1].

Bipolaire stoornis feiten – Risicofactoren

Voorafgaand aan een Bipolaire stoornis episode is er vaak sprake van een stressvolle levensgebeurtenis [9]. Een stressvolle levensgebeurtenis vergroot de kans op het ontwikkelen van een depressieve of een manische/hypomane episode. Voorbeelden van stressvolle levensgebeurtenissen zijn verhuizen, een serieus ongeluk, overval, verlies van een geliefde en zo voorts. Onderzoek suggereert dat levensgebeurtenissen die het circadiane of dagelijkse sociale ritme verstoren vaker stemmingswisselingen (depressie, manie, hypomanie) voorspellen vergeleken met levensgebeurtenissen die hier geen effect op hebben [9]. Tijdens de Ramadan, bijvoorbeeld, hebben moslims met een bipolaire stoornis-2 vaker last van een episode vergeleken met eenzelfde periode buiten de Ramadan [9]. Het streven naar of behalen van doelen wordt geassocieerd met het krijgen van manische of hypomane episodes [9]. De theorie achter deze bipolaire stoornis feiten is dat mensen met BS reageren met veel positiviteit, energie en motivatie op gebeurtenissen die streven naar doelen en erg motiverend werken. Tegelijkertijd reageren deze mensen met extreme negatieve gevoelens, anhedonie en weinig energie op situaties die te maken hebben met verlies (zonder hierover controle te hebben) en falen [9]. (Advertentie. Lees verder voor meer Bipolaire stoornis feiten).
Negatieve sociale steun van familie en vrienden voorspelt meer en hevigere Bipolaire stoornis klachten. Een voorbeeld van negatieve sociale steun is het hevig uiten van emoties [9]. Ernstige kindermishandeling (emotioneel, fysiek of seksueel) is ook een voorspeller van de ontwikkeling van een Bipolaire stoornis later in het leven. Bijna de helft van de mensen met een BS kregen te maken met kindermishandeling [18]. Mensen met BS die vroeger te maken hadden met kindermishandeling ontwikkelden BS eerder dan de mensen die niet te maken hadden met kindermishandeling [18]. Positieve sociale steun van familie en vrienden, daarentegen, kan als buffer dienen tegen de schadelijke effecten van stress en kunnen het functioneren van mensen met BS verbeteren [9]. Probleem oplossingsvaardigheden, betere communicatie en psycho-educatie verminderen de BS klachten en ook de kans op een nieuwe episode [9]. De kans op het ontwikkelen van een bipolaire stoornis wordt 13,63 keer groter als een broer/zus of ouder ook een bipolaire stoornis of een andere psychische stoornis heeft [10]. Het verliezen van een moeder voor 5 jarige leeftijd wordt geassocieerd met een toegenomen kans (van 4,05 keer) op de ontwikkeling van BS [10]. Onderzoek suggereert dat BS een polygenische ziekte is die beïnvloed wordt door meerdere genen die allemaal een klein beetje bijdragen aan de ontwikkeling van bipolaire stoornis [11]. De suïcide cijfers voor mensen met bipolaire stoornis is 25 keer hoger dan voor de normale populatie [17]. Suïcidaal gedrag vindt bijna alleen maar plaats tijdens een depressieve episode [17]. Meer testosteron wordt geassocieerd met meer manische episodes en ook met meer suïcide pogingen [16].

Bipolaire stoornis feiten – Behandeling

Lithium is al decennia de eerste keuze als het om medicatie gaat. Lithium is een stemmingsstabilisator [12]. Lithium en het anticonvulsivum Lamotrigine zijn de enige twee medicijnen waarbij een lange termijn effectiviteit is aangetoond bij tenminste twee onderzoeken waarbij het medicijn vergeleken werd met een placebo [13]. Tijdens een Lithium behandeling verkleint de jaarlijkse kans op een suïcidepoging (wel 13 keer zo klein) vergeleken met een behandeling voor Bipolaire stoornis zonder Lithium [13],[14]. Cognitieve gedragstherapie (CGT), gezinsgeoriënteerde therapie, interpersoonlijke en sociale-ritme therapie, groeps-psychoeducatie en systemische zorgmanagement zijn allemaal bewezen effectieve behandelmethoden voor Bipolaire stoornis [15]. Psychotherapie is waarschijnlijk en vaak niet effectief tijdens een manische of hypomane episode vanwege een gebrek aan ziekte-inzicht of de afwijzing van hulp [15].

Bipolaire stoornis symptomen – Literatuur

[1] Merikangas, K. R., Akiskal, H. S., Angst, J., Greenberg, P. E., Hirschfeld, R. M., Petukhova, M., & Kessler, R. C. (2007). Lifetime and 12-month prevalence of bipolar spectrum disorder in the National Comorbidity Survey replication. Archives of general psychiatry, 64, 543-552. [2] Merikangas, K. R., Jin, R., He, J. P., Kessler, R. C., Lee, S., Sampson, N. A., … & Ladea, M. (2011). Prevalence and correlates of bipolar spectrum disorder in the world mental health survey initiative. Archives of general psychiatry, 68, 241-251. [3] ten Have, M., Vollebergh, W., Bijl, R., & Nolen, W. A. (2002). Bipolar disorder in the general population in The Netherlands (prevalence, consequences and care utilisation): results from The Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS). Journal of affective disorders68, 203-213. [4] de Graaf, R., Ten Have, M., van Gool, C., & van Dorsselaer, S. (2012). Prevalence of mental disorders and trends from 1996 to 2009. Results from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-2. Social psychiatry and psychiatric epidemiology47, 203-213. (Advertentie. Lees verder voor meer Bipolaire stoornis feiten).
[5] World Health Organization, The World Health Report 2002: Reducing Risks, Promoting Healthy Life.  Geneva, Switzerland World Health Organization, 2002. [6] Schaffer, A., Cairney, J., Cheung, A., Veldhuizen, S., & Levitt, A. (2006). Community survey of bipolar disorder in Canada: lifetime prevalence and illness characteristics. The Canadian Journal of Psychiatry51, 9-16. [7] Mitchell, P. B., Slade, T., & Andrews, G. (2004). Twelve-month prevalence and disability of DSM-IV bipolar disorder in an Australian general population survey. Psychological Medicine34, 777-785. [8] Smith, D. J., Nicholl, B. I., Cullen, B., Martin, D., Ul-Haq, Z., Evans, J., … & Hotopf, M. (2013). Prevalence and characteristics of probable major depression and bipolar disorder within UK biobank: cross-sectional study of 172,751 participants. PloS one8, e75362. [9] Alloy, L. B., Abramson, L. Y., Urosevic, S., Walshaw, P. D., Nusslock, R., & Neeren, A. M. (2005). The psychosocial context of bipolar disorder: environmental, cognitive, and developmental risk factors. Clinical psychology review25, 1043-1075. [10] Mortensen, P. B., Pedersen, C. B., Melbye, M., Mors, O., & Ewald, H. (2003). Individual and familial risk factors for bipolar affective disorders in Denmark. Archives of general psychiatry60, 1209-1215. [11] Baum, A. E., Akula, N., Cabanero, M., Cardona, I., Corona, W., Klemens, B., … & Georgi, A. (2008). A genome-wide association study implicates diacylglycerol kinase eta (DGKH) and several other genes in the etiology of bipolar disorder. Molecular psychiatry13, 197. [12] Su, Y., Ryder, J., Li, B., Wu, X., Fox, N., Solenberg, P., … & Ni, B. (2004). Lithium, a common drug for bipolar disorder treatment, regulates amyloid-β precursor protein processing. Biochemistry43, 6899-6908. [13] Goodwin, F. K., Fireman, B., Simon, G. E., Hunkeler, E. M., Lee, J., & Revicki, D. (2003). Suicide risk in bipolar disorder during treatment with lithium and divalproex. Jama290(11), 1467-1473. [14] Baldessarini, R. J., Tondo, L., & Hennen, J. (2001). Treating the suicidal patient with bipolar disorder. Annals of the New York Academy of Sciences932, 24-43. [15] Geddes, J. R., & Miklowitz, D. J. (2013). Treatment of bipolar disorder. The Lancet381, 1672-1682. [16] Sher, L., Grunebaum, M. F., Sullivan, G. M., Burke, A. K., Cooper, T. B., Mann, J. J., & Oquendo, M. A. (2012). Testosterone levels in suicide attempters with bipolar disorder. Journal of psychiatric research46, 1267-1271. [17] Rihmer, Z. (2009). Suicide and bipolar disorder. In Bipolar depression: molecular neurobiology, clinical diagnosis and pharmacotherapy (pp. 47-56). Birkhäuser Basel. [18] Garno, J. L., Goldberg, J. F., Ramirez, P. M., & Ritzler, B. A. (2005). Impact of childhood abuse on the clinical course of bipolar disorder. The British Journal of Psychiatry186(2), 121-125. [19] Lichtenstein, P., Yip, B. H., Björk, C., Pawitan, Y., Cannon, T. D., Sullivan, P. F., & Hultman, C. M. (2009). Common genetic determinants of schizophrenia and bipolar disorder in Swedish families: a population-based study. The Lancet, 373, 234-239. [20] Kessing, L. V., & Andersen, P. K. (2004). Does the risk of developing dementia increase with the number of episodes in patients with depressive disorder and in patients with bipolar disorder?. Journal of Neurology, Neurosurgery & Psychiatry, 75, 1662-1666. [21] Fiedorowicz, J. G., Palagummi, N. M., Forman-Hoffman, V. L., Miller, D. D., & Haynes, W. G. (2008). Elevated prevalence of obesity, metabolic syndrome, and cardiovascular risk factors in bipolar disorder. Annals of Clinical Psychiatry, 20, 131-137. [22] MacCabe, J. H., Lambe, M. P., Cnattingius, S., Sham, P. C., David, A. S., Reichenberg, A., … & Hultman, C. M. (2010). Excellent school performance at age 16 and risk of adult bipolar disorder: national cohort study. The British Journal of Psychiatry, 196, 109-115.