Hoe kan je omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis?

Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis.

Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis feiten.

Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis (OPS of ontwijkende PS) is een lastige persoonlijkheidsstoornis om mee te leven vanwege de overmatige bezorgdheid over afwijzing, de angst voor kritiek en ontoereikendheid, de onzekerheid over het eigen uiterlijk en soms ook vanwege de minderwaardigheidsgevoelens. Het zijn deze angsten en onzekerheden die ervoor zorgen dat omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis zo enorm lastig is en niet alleen voor degene met OPS; vrienden, familieleden en partners hebben hier vaak ook onder te leiden. Bijvoorbeeld voor of tijdens sociale situaties, omdat deze vaak erg stressvol zijn en liever vermeden worden door iemand met OPS.

Deze pagina bespreekt de ontwijkende persoonlijkheidsstoornis symptomen, geeft advies en oefeningen om de klachten te verminderen en zorgt ervoor dat omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis gemakkelijker wordt voor mensen met OPS.

Deze pagina richt zich niet direct op de moeite die mensen met een ontwijkende PS hebben bij het nemen van beslissingen, omdat de oefeningen op deze pagina iemand met OPS al helpen bij het vergroten van het zelfvertrouwen en het aanleren van nieuwe copingvaardigheden. Het is gemakkelijker voor iemand met OPS om beslissingen te nemen als diegene meer zelfvertrouwen heeft.

Ga naar:

Bij Barends Psychology Practice wordt (online) behandeling voor ontwijkende persoonlijkheidsstoornis aangeboden. Meld je hier aan om een eerste, gratis, sessie te boeken. (Afhankelijk van je zorgpolis kan het zijn dat behandeling (deels) vergoed wordt).

Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis – Symptoom A4

Angst voor afwijzing, kritiek of afkeuring. Begrijpen waarom er niets is om bang voor te zijn. Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis.
Deze pagina begint bij het vierde ontwijkende PS symptoom, omdat dit symptoom vaak leidt tot de ontwijkende klachten genoemd in het eerste en zevende symptoom. Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis begint hier.

Symptoom A4 gaat over de overmatige bezorgdheid over kritiek of afwijzing in sociale situaties. Dit kan ervoor zorgen dat iemand met OPS zich meer terugtrekt tijdens sociale situaties, hetgeen ervoor kan zorgen dat er minder vaak sociale interacties plaatsvinden en iemand het gevoel krijgt ‘er niet bij te horen’.

Kritiek krijgen of afgewezen worden in sociale situaties is niet hetzelfde als afgewezen worden als persoon. Kritiek en afwijzing zijn altijd subjectief en context gerelateerd. Bijvoorbeeld, in een groep met religieuze mensen kan het zijn dat een atheïst (niet geloven in een God) bekritiseerd of afgewezen wordt. Het is aannemelijk dat de atheïst bekritiseerd of afgewezen wordt vanwege zijn of haar kijk op religie, maar niet om iets anders. Dezelfde atheïst zal niet bekritiseerd worden voor zijn of haar kijk op religie in een groep met atheïsten. Met andere woorden: kijk altijd naar de context en wees je ervan bewust dat de kritiek altijd afkomstig is van een individu en dus slechts een mening is.

Iemand kan moeite hebben met kritiek van een bepaalde groep mensen, maar het kan ook zijn dat iemand moeite heeft met kritiek over een bepaald onderwerp. Religie, bijvoorbeeld, kan een gevoeliger onderwerp zijn voor Mohammed vergeleken met Anita. Een interessante vraag is natuurlijk: waarom is dit een gevoeliger onderwerp voor jou en wat kun je eraan doen?

Wat kan je doen aan deze angst voor kritiek en sociale afwijzing?

Mensen leveren kritiek op gedrag, wijzen een mening af of keuren iemands motieven af, maar er is geen sprake van het volledig afwijzen, afkeuren of bekritiseren van de persoon als geheel. Buiten het feit om dat deze negatieve evaluaties slechts meningen zijn, zijn ze ook nog eens tijdelijk en kunnen ze veranderen. Op zichzelf heeft een mening weinig betekenis en als je alle andere kenmerken over jezelf in ogenschouw neemt, dan wordt het duidelijk hoe onbeduidend kritiek, afkeuring of afwijzing eigenlijk is. Een goede manier om naar de situatie te kijken:

OEFENING 1 – zet de dingen in perspectief

  • Pak een pen en papier.
  • Schrijf 20 willekeurige eigenschappen van jezelf op: kleur van je ogen, favoriete muziek, hoe jij je koffie/thee het liefst drinkt, eigenschappen aan anderen die je waardeert (of juist niet) enzovoorts. Dit is een vrij lange lijst.
  • Deel deze lijst op in vier categorieën afhankelijk van hoeveel waarde jij aan ze hecht.
  • Pak het dikste boek dat je kan vinden.
  • Let op de hoeveelheid hoofdstukken, paragrafen, zinnen, woorden en letters.
  • Pak jouw lijst bij de hand en tel de categorie waar jij de minste waarde aan hecht. Ieder item in die categorie staat voor 1 letter in het boek. De tweede categorie vertegenwoordigt een woord, de derde een zin en de vierde (de categorie die het meest waardevol voor je is) een paragraaf.
  • Beeld je in dat jij dit boek bent en dat iedere letter in het boek iets over jou zegt. Ieder woord, elke zin, iedere paragraaf enzovoorts. Neem nu jouw lijst bij de hand en markeer het aantal letter (uit categorie 1) in het boek, het aantal woorden (categorie 2) in het boek, het aantal zinnen (categorie 3) in het boek en het aantal paragrafen (categorie 4) in het boek. Valt het je op hoeveel er nog niet gemarkeerd is in het boek?
  • Besef je je hoe klein (in vergelijking tot het boek) jouw lijst eigenlijk is?

Deze oefening kan uiteraard ook gedaan worden met kritiek en onzekerheden over zichzelf: maak een lijst met 20 onzekerheden over jezelf en volg de rest van de instructies.

(Advertentie. Lees verder voor meer informatie.)

Hoe kan jouw partner je helpen?

Het kan vrij lastig zijn om kritiek te krijgen over een bepaald onderwerp, om je afgewezen te voelen of te merken dat iemand jouw mening afkeurt. Het delen van die zienswijze kan dan erg lastig zijn voor je, zeker in vergelijking met een andere zienswijze. Een goede manier om de impact van mogelijke afwijzing, afkeuring of kritiek te verkleinen op deze zienswijze is door met je partner te oefenen met gesprekken over deze onderwerpen. Een belangrijk aspect van succesvol omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis is door jezelf bloot te stellen aan bepaalde situaties op een gecontroleerde manier. Dit zorgt ervoor dat je eraan gewend raakt en dat de angst voor mogelijke kritiek, afwijzing of afkeuring vermindert. Hoewel dit behoorlijk beangstigend kan zijn, is het belangrijk om te beseffen dat dit slechts een oefening is.

OEFENING 2 – blootstelling aan ongemakkelijke reacties

  • Ga zitten met je partner en leg uit waarom dit onderwerp zo gevoelig ligt voor jou. Het is belangrijk dat jouw partner hierbij niet veroordelend is en open staat voor jouw zienswijze.
  • De volgende stap is het bespreken van bepaalde reacties die je een oncomfortabel gevoel geven. Leg hier ook bij uit waarom dit zo is. Geef deze verschillende reacties een cijfer van 0 – 10 waarbij 10 zo ongemakkelijk als maar kan is.
  • Vervolgens ga je over dit onderwerp praten in een rollenspel. Jouw partner zal doen alsof hij iemand is die op de minst oncomfortabele manier reageert. Dit zal bepaalde ongemakkelijke gevoelens oproepen bij je. Het is dan ook erg belangrijk om over dit onderwerp te blijven praten totdat dit ongemakkelijke gevoel verdwijnt of verdwenen is. Het is belangrijk dat je partner zachtaardig, beleefd en vriendelijk reageert en het gesprek niet onnodig op de spits drijft. Uiteindelijk is dit maar een oefening.
  • Na het gesprek is het belangrijk om het gesprek te analyseren: hoe ging het? Wat was het lastigste gedeelte in het gesprek? En het aller belangrijkst: nam het ongemakkelijke gevoel uiteindelijk af?
  • Als het lastig was om een gesprek te voeren over dit onderwerp vanwege de reactie van je partner, dan is het wellicht goed om te oefenen met reacties die jullie samen van tevoren bedacht hebben. Uiteindelijk zorgt oefening en voorbereiding ervoor dat het gemakkelijker gaat en dat je zelfverzekerder bent.
  • Idealiter zullen je partner en jij meerdere gesprekken over dit onderwerp voeren, waarbij je partner een steeds lastigere reactie geeft (maar alleen wanneer jij hier klaar voor bent).

Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis – Symptoom A2

De aandachtsbias uitgelegd. Hoe kan een aandachtsbias voor sociale afwijzing iemand met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis beinvloeden. Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis.
Dit symptoom richt zich voornamelijk op afwijzing Iemand met Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis gaat liever niet met mensen om als hij niet zeker weet dat die mensen hem aardig vinden. Mogelijke afwijzing zorgt voor erg veel angst en stress bij mensen met ontwijkende PS, waardoor deelnemen aan sociale situaties erg lastig wordt als niet onmogelijk. Mensen met OPS zijn overmatig bezig met de angst voor afwijzing. Deze angst voor mogelijke afwijzing zorgt ervoor dat mensen met OPS extra veel aandacht schenken aan signalen die wijzen op afwijzing in het gedrag van anderen [1], hetgeen ook wel aandachtsbias genoemd wordt. De aandachtsbias maakt het lastiger voor mensen met ontwijkende PS om zich te richten op andere informatie (informatie die eventuele afwijzing tegenspreekt). Dit zorgt weer voor de foutieve overtuiging dat mensen inderdaad signalen van afwijzing uitzenden en dit zorgt weer voor meer ontwijkende persoonlijkheidsstoornis klachten.

In het plaatje hierboven of hiernaast kun je zien wat er gebeurd met de gedachten van Peter R; hij heeft meerdere gedachten tijdens een gesprek met iemand, maar alleen de negatieve gedachten blijft hangen bij Peter R. Voor mensen zonder ontwijkende PS is deze gedachte er slechts een van de velen en niet alarmerend. Voor iemand met ontwijkende PS zal het waarschijnlijk het gesprek op een negatieve manier beïnvloeden (Peter R weet niet zo goed wat hij moet zeggen of hoe hij het gesprek gaande moet houden, hij kan gaan stotteren of blozen en uiteindelijk zal het gesprek doodbloeden, hetgeen dan een bevestiging is voor Peter’s angst voor afwijzing). Met andere woorden: omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis wordt lastiger naarmate de aandachtsbias sterker is.

Wat kan je hieraan doen?

Door de angst voor afwijzing te reduceren wordt omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis een stuk gemakkelijker. Er zijn een aantal oefeningen die deze angst kunnen doen afnemen, afhankelijk van hoeveel je oefent en de heftig de angst voor afwijzing is:

OEFENING 3 – Tellen van de signalen
Deze oefening is alleen bedoelt voor de mensen met milde/matige ontwijkende persoonlijkheidsstoornis.

  • Tijdens een sociale interactie met iemand, tel alle positieve, neutrale en negatieve signalen die iemand uitzendt.
  • Schrijf ze op papier direct na de sociale interactie (of zet ze in je telefoon).
  • Deel ze in op basis van jouw interpretatie: positief, neutraal, negatief.
  • Bespreek de lijst met een vriend, familielid, je partner of therapeut en vraag hen of ze het eens zijn met jouw interpretatie.
  • Bespreek de sociale interactie met deze vriend, partner, therapeut of dit familielid om te zien of je nog iets gemist hebt of anders moet interpreteren.
  • Voeg de positieve en neutrale signalen samen tot 1 lijst.
  • Tel de signalen in de positieve/neutrale categorie en vergelijk ze met de hoeveelheid signalen in de negatieve categorie.
  • Het zal duidelijk worden dat er meer neutrale/positieve signalen werden uitgezonden dan negatieve.
  • Stel jezelf de vraag: wijs ik iemand af als ik 1 of 2 dingen niet leuk vind aan diegene? Zelfs als er een heleboel neutrale/positieve dingen tegenover staan? Het antwoord op deze vraag is zeer waarschijnlijk: NEE. Denk je dat iemand anders jou zal afwijzing als ze 1 of 2 dingen niet leuk aan je vinden? Zelfs als er zoveel positieve en neutrale dingen tegenover staan?

Oefening 3 helpt mensen bij het focussen op de meer neutrale en positieve signalen. Door meer nadruk te leggen op de neutrale en positieve signalen is het waarschijnlijker dat de aandachtsbias naar sociale afwijzing zwakker wordt.
De volgende oefening richt zich meer op de kracht van de negatieve signalen en tracht dit te verminderen.

(Advertentie. Lees verder voor meer informatie.)

OEFENING 4 – Testen van de oude hypothese

  • Schrijf op wat jouw grootste angst is ten aanzien van sociale afwijzing (bijvoorbeeld: mensen vinden mij onaantrekkelijk/saai).
  • Schrijf op wat het ergste is dat er kan gebeuren als deze angst bewaarheid wordt (bijvoorbeeld: mensen willen dan niet meer met mij praten).
  • Tijdens een sociale situatie, ga één of meerdere keren in gesprek en onthou met wie je gesproken hebt.
  • Test tijdens een nieuwe sociale situatie de hypothese dat mensen je saai/onaantrekkelijk vinden door te kijken of jouw ergste angst (mensen willen niet meer met mij praten) uitkomt.
  • Als mensen je niet vermijden (op een omslachtige manier) en nog steeds met je praten (het maakt niet uit of jij het gesprek begint of niet), dan is deze hypothese niet correct!

NOOT: het kan erg lastig zijn om bij de kern van je angst te komen. Hulp van een therapeut wordt vaak aanbevolen. Mensen met ontwijkende PS blijven vaak hangen bij: mensen vinden me saai/onaantrekkelijk. <– het is lastig om dit te testen en het is ook niet de grootste angst. De grootste angst is dat mensen niet meer met je willen praten. <– deze angst is veel gemakkelijker te testen. Door veel te oefenen met de oefeningen op deze pagina wordt omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis een stuk gemakkelijker.

Hoe kan jouw partner je helpen?

Door de mensen te observeren waar jouw partner een gesprek mee heeft, kan je bij hen de mogelijke signalen die wijzen op afwijzing tellen. Idealiter neem je geen deel aan het gesprek en let je slechts op de manier waarop de gesprekspartners van jouw partner op hem/haar reageren: de woorden die ze gebruiken, het non-verbale gedrag en de mate waarin de opgaan in het gesprek.
Zelfs in gesprek met goede vrienden kan het zijn dat je mogelijke signalen van afwijzing ziet. Dit is vrij normaal in gesprekken en het gaat hier dan ook vaak om het verkeerd interpreteren van bepaalde signalen. Bijvoorbeeld, wanneer je partner met iemand aan het praten is en er iemand langs loopt met een biertje. De gesprekspartner kan dan even afgeleid zijn door het biertje, omdat hij er ook trek in heeft. Deze korte afleiding zegt niets over het gesprek zelf, laat staan over een mogelijk afwijzende houding jegens het gesprek.

OEFENING 5 – observeer jouw partner

  • Neem geen deel aan het gesprek dat jouw partner heeft met anderen. Het enige dat je hoeft te doen is te observeren: let op de lichaamstaal, mate van deelname in het gesprek en de dingen die gezegd worden.
  • Noteer de mogelijke signalen van afwijzing. Het gaat hierom signalen waarvan jij tijdens gesprekken het gevoel krijgt dat ze duiden op een mogelijke afwijzing. Let ook op mogelijke signalen tijdens gesprekken met goede vrienden, omdat ook hier bepaalde signalen aanwezig zullen zijn.
  • Vraag jouw partner na het gesprek om zijn gevoel en mening over het gesprek en vraag of ze mogelijke signalen van afwijzing hebben opgevangen.
  • Zoek naar alternatieve verklaringen voor deze mogelijke signalen. Deze verklaringen mogen niets te maken hebben met afwijzing.
  • Ga na of dezelfde gesprekspartners weer met jouw partner praten tijdens hetzelfde evenement of tijdens een toekomstig evenement. Als dit het geval is, dan zal het duidelijk moeten worden dat de signalen die  jij als mogelijke afwijzingen opvangt blijkbaar niet op mogelijke afwijzing wijzen.

Door jouw partner te observeren en te letten op zijn/haar gedrag en het gevoel achteraf, creëer je een referentiekader. Hoe vaker je observeert dat bepaalde signalen niet wijzen op mogelijke afwijzing, hoe gemakkelijker het wordt om deze signalen tijdens je eigen gesprekken te negeren.

Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis – Symptoom A3

Het derde symptoom richt zich meer op onzekerheid. De angst om voor schut gezet te worden zorgt er bij mensen met ontwijkende PS voor dat ze in relaties wat terughoudender zijn. Veelvoorkomende onzekerheden gaan over het uiterlijk of prestaties is bed. Vaker wel dan niet ontwikkelen deze onzekerheden zich na een traumatische gebeurtenis waar degene met OPS voor schut gezet weg, zich geneerde of uitgelachen werd. Een veel voorkomende reactie is door dit soort situaties te vermijden of om te verbergen waar je onzeker over bent.

Mocht je je afvragen of je iets traumatisch hebt meegemaakt en of deze gebeurtenis je nog steeds dwars zit, dan raden wij aan om de online PTSS test. Deze test is anoniem, gratis en neemt slechts 3 minuten van je tijd.

In relaties is het belangrijk om eerlijk en transparant te zijn. Praat daarom met je partner over jouw onzekerheden en stel een plan van aanpak op om hier iets aan te doen. Soms houdt dit in dat je naar de sportschool gaat, maar in het merendeel van de gevallen heeft de partner een heel ander beeld van degene met OPS dan dat zij van zichzelf hebben. Door oefening 1 toe te passen in je relatie en door je partner een lijst met 10 items te laten maken over de dingen die hij/zij leuk vindt aan jou, pak je deze onzekerheden al goed aan. Het lijstje van je partner wordt betekenisvoller naarmate er minder oppervlakkigheden op staan.

Voor sommige mensen met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis is het lastig om te laten zien dat ze gek zijn op hun partner. Zeggen dat je van iemand houdt kan al een enorme opgave zijn, net als je partner een zoen op de mond geven in openbare gelegenheden. Hoewel je deze dingen wel graag zou willen doen, is er een irrationele angst die je hiervan weerhoudt.  ‘Wat als mijn zoenen niet gewaardeerd worden?’, ‘Wat als de timing niet goed is en hij/zij het verkeerd interpreteert of me niet hoort?’. Als je jezelf hierin herkent, benoem dit dan bij je partner, omdat jouw partner onzeker kan worden of gefrustreerd kan raken.
De volgende oefening richt zich op geleidelijke blootstelling aan het uiten van affectie naar je partner toe:

OEFENING 6 – affectie tonen

  • Maak een lijst van 10 gedragingen, gebaren of uitspraken waaruit jouw liefde voor je partner blijkt.
  • Scoor ze op een 0-10 schaal waarbij 10 zo moeilijk/eng is als mogelijk.
  • Deel deze lijst met je partner. Het is belangrijk dat jouw partner hiervan op de hoogte is, omdat hij/zij op een normale/positieve manier moet reageren. Voor jouw partner: onthoud dat wat normaal is voor jou best een hele opgave kan zijn voor je partner. Met de juiste reactie moedig je hem of haar aan om dit vaker te doen. Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis doe je samen. 
  • Start met het minst moeilijke gebaar, gedrag of uitspraak en probeer het juiste moment te vinden om dit uit te voeren.
  • Voor jouw partner: reageer positief op zijn/haar gebaar, gedrag of woorden.
  • Zodra je je helemaal op je gemak voelt bij het laatste nummer, schakel je over naar het volgende nummer op de lijst.
  • Hoe meer je oefent, hoe gemakkelijker het wordt. Let er op dat jouw partner niet altijd even positief en aandachtig kan reageren; uiteindelijk wennen bepaalde dingen. Mocht dit het geval zijn en je merkt dat je bevestiging nodig hebt, deel dit dat mede aan je partner.

Een andere goede oefening om de relatie te verbeteren: knuffel elkaar twee maal per dag totdat jullie beide volledig gekalmeerd zijn. Deze knuffel is gepland en kan tussen de 3 en 15 minuten in beslag nemen. Dit hangt voor een groot gedeelte af van de dag: stressvol of niet.

OEFENING 7 – de knuffel

  • Bespreek op welke twee momenten van de dag jullie elkaar gaan knuffelen. Sommige stellen vinden het fijn om dit in de ochtend en avond te doen. Bespreek ook een woord of gebaar waarbij je aangeeft dat je helemaal tot rust gekomen bent, zodat de ander hiervan op de hoogte is.
  • Knuffel elkaar. Kijk niet ondertussen op je telefoon.
  • Sta jezelf toe om je partner’s lichaam te voelen.
  • Je mag uiteraard een gesprekje voeren met je partner. Sterker nog, dit is een mooi moment om even met elkaar te praten.
  • Je mag elkaar een zoen geven.
  • Herhaal deze oefening elke dag.

Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis – Symptomen A1 en A7

Cirkel van vermijding. Hoe komt iemand vast te zitten in de vicieuze cirkel van vermijding. Ontwijkende persoonlijkheidsstoornis.
De symptomen A1 en A7 gaan over vermijding: het vermijden van werkgerelateerde activiteiten waar sociale interacties bij komen kijken (symptoom A1) en de terughoudendheid om persoonlijke risico’s te nemen of om deel te nemen aan nieuwe activiteiten uit angst voor schaamte (symptoom A7).

(Advertentie. Lees verder voor meer informatie.)

Iemand met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis vermijdt interpersoonlijk contact of nieuwe activiteiten vanwege een angst voor kritiek, afkeuring, afwijzing of uit schaamte. Het geven van een presentatie, iets gaan drinken met collega’s of een verjaardag van een collega bijwonen zorgt voor veel stress en zorgen bij iemand met OPS: ‘wat als ze me niet mogen?’, ‘wat als ze me saai vinden?’. De stress en zorgen worden vaak zo heftig dat iemand met ontwijkende PS een uitnodiging afslaat of met een excuus komt om geen presentatie te hoeven geven. Helaas wordt de kans op een succeservaring ontnomen door interpersoonlijke situaties te vermijden. Ook kan er niet gekeken worden of datgene wat zo gevreesd wordt ook daadwerkelijk uitkomt. Bijkomend nadeel is dat de angst voor deze interpersoonlijke situaties zal toenemen.

Als deze angst voor kritiek, afkeuring, afwijzing of schaamte het resultaat is van een traumatische ervaring, neem dan contact op met een therapeut voor PTSS behandeling. PTSS behandeling vermindert de hierboven genoemde angsten significant.

Op een effectieve manier omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis kan alleen als degene met OPS de vicieuze vermijdingscirkel wil doorbreken. Het bloot stellen aan interpersoonlijk contact of aan nieuwe activiteiten is beangstigend en stressvol, maar het geeft ook een goed gevoel als iemand weet waar op te letten en hoe om te gaan met verbale en non-verbale signalen die op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden. De oefeningen op deze pagina helpen je om door deze stressvolle situaties te geraken.

OEFENING 8: het introduceren van veiligheidssignalen en -gedrag

Een veiligheidssignaal kan ieder voorwerp of iedere persoon zijn die je helpt te kalmeren wanneer je gestresst of angstig bent. Veiligheidsgedrag is ieder ritueel of gedrag dat je helpt kalmeren wanneer je gestresst of angstig bent. Veel mensen maken gebruik van veiligheidssignalen of -gedrag om op een goede manier door bepaalde situaties te geraken. Alcohol, bijvoorbeeld, is een veelgebruikt veiligheidssignaal tijdens sociale gebeurtenissen. Mensen voelen zich vaak meer op hun gemak wanneer ze bier of wijn drinken; het is gemakkelijker om in gesprek te raken. Voor andere mensen heeft het ophangen van knoflook in het raamkozijn een kalmerende werking. Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis gaat met behulp van veiligheidsgedrag of -signalen een stuk beter.

  • Kies 5 sociale gebeurtenissen die je liever vermijdt of doorstaat met veel stress of angst.
  • Schrijf op waarom je deze liever vermijdt.
  • Denk aan iets of iemand die je met je mee kan nemen, zodat je kalmeert. Dit kan een ketting of deodorant zijn, maar ook je partner of beste vriend is hier erg geschikt voor.
  • Neem deze persoon of het voorwerp met je mee tijdens deze situaties en maak gebruik van het kalmerende effect dat het op je heeft om te oefenen met de opdrachten op deze pagina. Het is gemakkelijker voor mensen om te oefenen of observeren als ze kalm zijn.
  • De oefeningen op deze pagina zorgen ervoor dat je je meer op je gemak voelt in sociale situaties en dat de ontwijkende persoonlijkheidsstoornis symptomen minder hevig worden. Op het moment dat je merkt dat het beter gaat, overweeg dan om het veiligheidsgedrag of -signaal af en toe eens thuis te laten tijdens het bezoeken van een sociaal evenement. Dit kan er tijdelijk voor zorgen dat de angst op stress oplaait, maar zal ook snel weer wegebben.

(Advertentie. Lees verder voor meer informatie.)

Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis – Symptoom A5

Dit symptoom gaat over gevoelens van ontoereikendheid. Mensen met OPS denken vaak ten onrechte dat hij of zij niet interessant genoeg is. Ze kunnen het gevoel hebben dat hun prestaties niet noemenswaardig zijn of dat hun interesses niet gedeeld worden door anderen. Helaas maakt dit omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis niet gemakkelijker. In oefening 4 (zie hierboven) heb je al ervaren dat mensen je niet proberen te ontlopen en daardoor dus ook niet denken dat je saai of ontoereikend bent. Maar ten faveure van de volgende oefening gaan we er gemakshalve vanuit dat er sprake is van een gebrek aan interesses en dat je weinig gespreksonderwerpen kan vinden.
Als iemand niet genoeg meemaakt of interessante verhalen te vertellen heeft, dan is er een redelijke kans dat een gesprek snel bergafwaarts gaat. Gelukkig zijn er een aantal onderwerpen die altijd wel interessant zijn: politiek (lokaal of internationaal), technologie/gadgets, economie, cultuur (voor de mensen die in het buitenland wonen), koken, sport, kinderen en werk. Door bijvoorbeeld op de hoogte te zijn over de laatste hebbedingetjes of politieke schandalen zorg je ervoor dat mensen naar je willen luisteren of dat ze je mening serieus nemen. Hier volgt een eenvoudige oefening om je hierbij te helpen:

OEFENING 9 – Lees je in

  • Kies een onderwerp dat veel in het nieuws komt (bijvoorbeeld de opwarming van de aarde).
  • Raak bekend met de termen en definities die veel gebruikt worden.
  • Zoek op het Internet naar achtergrond artikelen van gerenommeerde websites of journalisten en lees ze.
  • Zoek op het Internet naar alternatieve theorieën of meningen over hetzelfde onderwerp en lees deze ook.
  • Vorm zelf een mening of neem de mening over die het beste bij jou past.
  • Wanneer er een sociale situatie is en dit onderwerp komt op, dan kan jij deelnemen aan het gesprek.

Je inlezen over een bepaald onderwerk neemt ongeveer twee tot vier weken in beslag. Als je je voldoende hebt ingelezen in een onderwerp, kun je doorschakelen naar een nieuw onderwerp. In een jaar tijd kan je je zo over 12 interessante onderwerpen inlezen. Door meer te weten over dit soort onderwerpen neemt je zelfvertrouwen toe en wordt het gemakkelijker om deel te nemen aan gesprekken. Hierdoor neemt de kans toe op positieve feedback en dat zorgt er weer voor dat je je zelfverzekerder gaat voelen. Dit is waarschijnlijk de gemakkelijkste oefening om beter te leren omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis.

Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis – Symptoom A6

Voorkeur voor bevestiging. Hoe beinvloedt de voorkeur voor bevestiging het beoordelingsvermogen van iemand
Symptoom A6 gaat meer over het gevoel inferieur aan anderen, onaantrekkelijk of sociaal onbeholpen te zijn. Deze gevoelens zorgen er vaak voor dat iemand erg veel bezig is met diens eigen voorkomen (verbaal of fysiek). Door je erg bezig te houden met het eigen gedrag, wordt het al gauw onnatuurlijk, geforceerd en dat kan het sociaal onbeholpen gevoel weer versterken. Helemaal wanneer deze persoon zichzelf naderhand gaat analyseren komen de negatieve gevoelens over onaantrekkelijkheid, inferioriteit en sociale onbeholpenheid weer naar boven. Mensen met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis maken geregeld gebruik van een ‘voorkeur voor bevestiging’ om bewijs te vinden voor hun gevoelens van sociale onbeholpenheid, inferioriteit en onaantrekkelijkheid. Iemand die een voorkeur voor bevestiging heeft zoekt naar bewijs dat zijn eigen overtuiging onderschrijft. Iemand die zich inferieur aan anderen voelt, zal naar informatie zoeken dat dit gevoel bevestigd, terwijl hij informatie dat dit tegenspreekt juist negeert. In het plaatje hierboven of hiernaast wordt deze voorkeur voor bevestiging uitgelegd op een eenvoudige manier.  Met andere woorden: omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis wordt bemoeilijkt door de voorkeur voor bevestiging.

(Advertentie. Lees verder voor meer informatie.)

Wat kan je doen aan deze voorkeur voor bevestiging?

Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis is gemakkelijker als je de juiste hypothese test. Eerder, in oefening 3, lag de focus op het correct testen van de oude hypothese. De oude hypothese kon niet worden bevestigd en dat biedt ons de mogelijkheid om een nieuwe hypothese op te stellen. Iemand met een voorkeur voor bevestiging zal altijd op zoek gaan naar informatie die zijn of haar overtuiging steunt en informatie die dit tegenspreekt negeren. Als iemand met OPS zich aantrekkelijker wil voelen, dan moet er gezocht worden naar bewijs in die richting. Met andere woorden omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis wordt gemakkelijker als er een voorkeur voor bevestiging ontstaat naar positieve ideeën en overtuigingen over zichzelf.

OEFENING 10 – Testen van de juiste hypothese

  • Ga terug naar oefening 4 en lees de ouder angst en hypothese terug. In ons voorbeeld waren dat: ‘mensen vinden mij saai/onaantrekkelijk’ en ‘minderen willen niet meer met mij praten’.
  • Creëer een nieuwe hypothese door de oude om te zetten in iets positiefs. In ons voorbeeld wordt dit: ‘mensen vinden met interessant/aantrekkelijk’ en de manier om dit te testen is door te kijken of mensen met mij willen praten of niet.
  • Herinner jezelf tijdens sociale situaties aan de nieuwe hypothese, zodat de positieve signalen je eerder zullen opvallen.
  • Ga op zoek naar bewijst voor deze nieuwe stelling/hypothese.

NOOT: in het begin zal het lastig worden om je te richten op positieve signalen, omdat er een voorkeur voor bevestiging is die stelt dat je onaantrekkelijk/saai bent. Echter, met veel oefening en inzet zal je merken dat het gemakkelijker wordt om je te focussen op positieve signalen. Tegelijkertijd is het belangrijk om minder waarde te hechten/minder aandacht te schenken aan de negatieve signalen/gedachten door jezelf af te leiden. Op deze manier neemt de impact van deze negatieve signalen en gedachten af en zal het ook minder effect hebben op je gemoedstoestand. Het zal je opvallen dat omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis een stuk beter gaat nu je oefent met deze opdrachten.

Omgaan met ontwijkende persoonlijkheidsstoornis – Literatuur