Wat is een postnatale depressie?

Postnatale depressie

Postnatale depressie


Een postnatale depressie , ook wel postpartum depressie genoemd, is een emotionele reactie die een paar dagen tot een paar maanden na de bevalling komt opzetten en vaak niet langer dan twee weken aanhoudt. Moeder en vaders kunnen last hebben van prikkelbaarheid, nervositeit, somberheid en slaapproblemen. Het kan ook voorkomen dat de vader of moeder ‘geen liefde voelt’ voor hun kind.
Soms ontwikkelt deze ‘kortdurende’ depressie zich in een postnatale angst, welke langer aanhoudt en de kenmerken heeft van een postnatale depressie. Onbehandelde postnatale depressie kan de ontwikkeling van de baby nadelig beïnvloeden. Ouders met een postnatale depressie maken minder oogcontact met de baby en lachen minder naar de baby. Dit kan het hechtingsproces tussen de moeder/vader en de baby aantasten.
 

 

Bij Barends Psychology Practice wordt postnatale depressie behandeld. Meld je hier aan om de eerste, gratis, sessie te boeken. (Afhankelijk van jouw zorgverzekering kan het zijn dat de behandeling vergoed wordt).

 

Ga naar:


 
 

Postnatale depressie bij vrouwen.

Tot 80% van de moeders voelt zich een beetje depressief gedurende een paar weken na de bevalling. Dit wordt ook wel de baby blues genoemd. Vrouwen hebben dan een slecht humeur, prikkelbaar, nerveus, ze huilen vaker en kunnen slaapproblemen hebben. Als deze klachten na een paar weken nog steeds aanwezig zijn, dan kan een vrouw een postnatale depressie hebben. Als dit niet behandeld wordt kan de hechting tussen moeder en baby minder soepel gaan en dit zou weer problemen kunnen opleveren in de (nabije) toekomst. Kinderen van moeders met een postnatale depressie hebben een grotere kans om slaapproblemen en gedragsproblemen (hyperactiviteit, voedingsproblematiek of woedeaanvallen) te ontwikkelen. Ook kan de taalontwikkeling vertraagd zijn. Hoewel een postnatale depressie normaliter slechts een paar weken aanhoudt, kan deze ook een jaar lang duren.
 
 

Postnatale depressie bij mannen.

Tussen de 4 en 25% van de vaders ontwikkelt een postpartum depressie in de eerste twee maanden na de bevalling (van hun partner).* Hormonale veranderingen (testosteron niveau, maar ook cortisol, oestrogeen en vasopressine) zijn biologische risicofactoren voor het ontwikkelen van deze depressie. Er is een grotere kans op de postpartum depressie als jouw partner het ook heeft.
Vaders met een postnatale depressie veroorzaken over het algemeen meer relatieproblemen dan de vrouw, en kunnen ook de ontwikkeling van de baby (en andere kinderen) schaden. Vaak maken deze vaders minder oogcontact en lachen ze minder dan bij vaders die geen depressie hebben. Hoe minder betrokken de vader is, hoe groter de kans dat de baby moeite zal hebben bij het vormen van hechte relaties. Baby’s en kinderen kunnen gedrags- en emotionele problemen ontwikkelen.
Risicofactoren voor de vader: vader van een tweeling zijn, zich depressief of nerveus voelen tijdens de zwangerschap, een baby hebben die slaapproblemen heeft, of een huilbaby hebben. Het is erg belangrijk voor vaders om te kijken of er sprake is van een postnatale depressie en indien nodig deze te laten behandelen.
 
(Advertentie. Scroll naar beneden om verder te lezen.)


 
*Tussen de 4 en 25%: dit grote verschil hangt af van de meetinstrumenten die gebruikt zijn bij verschillende onderzoeken. Sommige onderzoekers hanteren een iets andere maatstaf.
 
 

Postnatale depressie – kenmerken.

Tijdens het eerste jaar na de bevalling kan iemand een postnatale depressie ontwikkelen. Normaal gesproken begint het binnen twee maanden na de bevalling. Het kan ook voorkomen bij vrouwen die een miskraam gehad hebben. Hoewel de klachten in het begin niet heel erg zijn, kunnen deze naar verloop van tijd heviger worden en dus langer aanhouden. Dit kan ertoe leiden dat iemand moeite heeft met het zorgen voor de baby.
De kenmerken op een rijtje:

  • Sombere stemming.
  • Weinig plezier beleven aan je baby.
  • Geen moedergevoel hebben.
  • Slapeloosheid.
  • Laag zelfbeeld.
  • Prikkelbaarheid en boosheid.
  • Gebrek aan interesse en initiatief.
  • Verminderde behoefte aan seks.
  • Moeite met hechten aan je baby.
  • Concentratieproblemen of vergeetachtigheid.
  • Denken aan het pijnigen van jouw baby.
  • Verlies van eetlust.
  • Nervositeit en piekeren/zorgen maken.
  • Huilbuien en angst.

Noot: veel vrouwen ervaren een paar van de hierboven genoemde symptomen, maar ontwikkelen geen postnatale depressie. Denk hierbij aan vermoeidheid of verminderde behoefte aan seks: doordat de baby veelvuldig gevoed moet worden (ook in de nacht) is het normaal dat de moeder (en de vader) vermoeid zijn en zodoende ook minder behoefte hebben aan seks. Vermoeidheid kan er ook voor zorgen dat je concentratieproblemen hebt.
 
 

Risicofactoren.

Je loopt meer risico op een postnatale depressie wanneer:

  • Er een geschiedenis van depressie of angst in de familie is.
  • Je een depressie of angststoornis hebt tijdens de zwangerschap.
  • Je de steun van je partner mist.
  • Je financiële problemen hebt.
  • Je relatieproblemen hebt, of pasgeleden bent gescheiden.
  • De zwangerschap niet gepland was.
  • Je een ingrijpende verandering meemaakt (verandering van baan, verhuizen, overlijdensgeval).
  • Je een PTSS hebt, of slachtoffer bent van misbruik of je uit een disfunctionele familie komt.

Noot: wees je ervan bewust dat deze risicofactoren niet direct een postnatale depressie veroorzaken, maar dat ze kunnen bijdragen aan de ontwikkeling hiervan. Soms ontwikkelen vrouwen een postnatale depressie zonder dat er sprake is van 1 van de hierboven genoemde risicofactoren, terwijl op anderen veel risicofactoren van toepassing zijn en toch geen postnatale depressie krijgen.
 
(Advertentie. Scroll naar beneden om verder te lezen.)


 

Wat veroorzaakt een postnatale depressie?

Postnatale depressie - hormonen.

Postnatale depressie.

Zeer waarschijnlijk ontwikkelt een postnatale depressie zich door een combinatie van de volgende factoren:

  • Hormonen – Na de bevalling worden de hormonen oestrogeen en progesteron veel minder aangemaakt, net als de hormonen die door de schildklier aangemaakt worden. Deze scheve hormonale balans heeft een enorm effect op mensen. Door de verminderde aanmaak van deze hormonen kunnen mensen zich depressief, moe en futloos voelen.
  • Emotioneel – Direct na de bevalling voelen vrouwen zich emotioneel high, maar dit gevoel gaat net zo snel weer weg als het kwam opzetten. Dit gevoel kan plaatsmaken voor gevoelens van verantwoordelijkheid (die van een ouder). Zorgen voor een pasgeborene kan erg vermoeiend, frustreren en angstig zijn en het kan je uitputten. Dit kan vervolgens weer leiden tot depressieve gevoelens en onzekerheid. Het kan voorkomen dat je meer gaat huilen, verminderde libido hebt, weinig eetlust en dat het lastig is om van het leven te genieten.
  • Veranderingen in de dagelijkse bezigheden – Ineens is de baby prioriteit nummer 1. Er is weinig tijd om met vrienden af te spreken, om uiteten te gaan of om te gaan winkelen. Jezelf optutten en mooie kleding dragen, zal je misschien wel snel achterwege laten als jouw baby veel melk op boert. Het kan ook voorkomen dat jouw baby ‘lastig’ is (denk aan reflux, lactose intolerantie of problemen bij het geven van borstvoeding).

 
 

Postnatale depressie voorkomen/ behandeling.

Als je het gevoel hebt een postnatale depressie te hebben, maar dan snel een afspraak met een therapeut, huisarts of psychiater. Je kunt ook hier terecht voor een behandeling. Samen kunnen we je door deze periode helpen. Hier heb je alvast een aantal tips:

  • Zorg voor een routine voor zowel de baby als jijzelf. Vergeet niet te rusten wanneer je kunt. Zeker omdat je ‘s nachts te weinig slaap zult pakken.
  • Bespreek met je partner wie welke huishoudelijke taken op zich neemt en wie er zorgt voor de baby gedurende de nacht. Wie laat de baby boeren na het voeden? etc.
  • Vraag om hulp bij huishoudelijke taken en andere dingen zoals boodschappen doen. Vrienden en familie kunnen je vaak een eind op weg helpen. Onderschat niet wat voor impact een pasgeborene heeft op jouw dagelijkse routine.
  • Praat met elkaar, met je vrienden, familie en therapeut over jouw angsten en de moeilijkheden die je tegenkomt. Praten over je problemen kan enorm opluchten.

 
 

Literatuur

  • Robertson, E., Grace, S., Wallington, T., & Stewart, D. E., 2004. Antenatal risk factors for postpartum depression: a synthesis of recent literature. General Hospital Psych., 26, 289-295.
    Grace, S. L., Evindar, A., Stewart. D. E., 2003. The effect of postpartum depression on child cognitive development and behaviour: a review and critical analysis of the literature. Arch Womens Ment Health, 6, 263-274.

 
 

Ga naar: