Wat is sociale angststoornis?

sociale angststoornis diagnose. Sociale angststoornis (ook wel sociale fobie genoemd) wordt gekenmerkt door prestatieangst of angst voor sociale situaties waarin de persoon bang is om zich te gedragen op een gênante of vernederende manier. Voorbeelden van sociale- of prestatieangst zijn: iemand voor het eerst ontmoeten, deelnemen aan een vergadering, het geven van een presentatie, een sollicitatiegesprek of een eerste afspraakje. Deze angst voor dergelijke sociale situaties alleen is niet genoeg voor een sociale angststoornis diagnose. Andere criteria: de realisatie dat de angst onrealistisch is en dat de angstwekkende situatie vermeden wordt of de gebeurtenis doorstaan wordt met veel angst en ongemak. Soms leidt de angst en het ongemak tijdens zo een sociale situatie tot een paniekstoornis.
 
Een goede sociale angststoornis diagnose stellen is belangrijk vanwege de volgende redenen:

  • Een officiële sociale angststoornis diagnose verklaard waarom iemand last heeft van bepaalde symptomen en geeft aan in welke richting hulp gezocht kan worden.
  • Sommige verzekeringsmaatschappijen vergoeden behandeling alleen als er een officiële diagnose is gesteld.
  • Een officiële sociale angststoornis diagnose kan onderzoekers helpen bij het ontwikkelen van een nog effectievere behandelmethode en zelfhulpstrategieën.

NOOT: er zijn ook therapeuten die mensen liever niet officieel diagnosticeren, omdat deze therapeuten niet geloven in de voordelen van een officiële diagnose. Volgens de therapeuten kan een officiële diagnose mensen jaren achtervolgen en verandert het de behandelmethode niet. Uiteindelijk is het aan de cliënt om te bepalen of hij of zij gediagnosticeerd wil worden.
 


 

Bij Barends Psychology Practice wordt sociale angststoornis behandeld. Ga naar meld je hier aan om een eerste, gratis, sessie in te plannen. (Afhankelijk van de zorgpolis kan het zijn dat de behandeling (deels) vergoed wordt).

 

Ga naar:

 

Sociale angststoornis diagnose – verschillen tussen DSM IV en DSM V

In 2013 heeft de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) een vernieuwde versie van de DSM IV TR uitgebracht: de DSM V. De DSM wordt gebruikt door psychiaters en psychologen om psychische diagnoses te kunnen stellen. In DSM update zijn veranderingen doorgevoerd op basis van onderzoek. Vergeleken met de DSM IV is er voor de sociale angststoornis 1 wijziging doorgevoerd. In de DSM IV moeten de sociale angststoornis klachten tenminste 6 maanden aanwezig zijn alvorens de diagnose gesteld kan worden. In de DSM V moet de angst, vrees en vermijding hardnekkig zijn en normaliter 6 maanden aanhouden.
Dit lijkt een kleine wijziging, maar het zorgt ervoor dat therapeuten de sociale angststoornis diagnose sneller kunnen stellen, hetgeen belangrijk is als mensen erg veel last hebben van deze klachten.
 
(Advertentie. Voor de sociale angststoornis diagnose: scroll verder).


 

Sociale angststoornis diagnose – DSM V

Hier volgen de officiële sociale angststoornis diagnose criteria vergezeld bij een uitleg en een kritische noot indien nodig:

A. Duidelijke angst of vrees voor een of meer sociale situaties waarin de betrokkene wordt blootgesteld aan mogelijke kritische beoordeling door anderen. Het geven van een presentatie ten overstaan van een (onbekende) groep mensen kan erg stressvol zijn en zorgen voor fysieke klachten, zoals een droge mond, trillen of beven, zweten, gevoelloosheid of tintelend gevoel, licht in het hoofd of duizelig, pijn op de borst, kortademigheid, hartkloppingen of versnelde hartslag. Iemand met sociale angststoornis is vaak bang dat het publiek de fysieke kenmerken ziet, hetgeen gênant of vernederend is voor iemand met persoonlijke angststoornis.
 
B. De betrokkene vreest dat hij of zij zich zodanig zal gedragen of in zo’n mate angstverschijnselen zal vertonen dat anderen hierover negatief zullen oordelen. Dit is een leidend symptoom en ook een belangrijk doel van de therapie. Veel vaker wel dan niet oordelen anderen niet over onhandig gedrag van anderen of valt het ze niet eens op.
 
C. De sociale situaties roepen bijna altijd angst of vrees op. Het ervaren van een beetje angst, vrees, zorgen en een paar fysieke klachten is normaal tijdens een speech of een eerste date. Echter, het ervaren van deze klachten telkens als er sprake is van een sociale situatie is een signaal dat de angst en vrees het leven gaan beheersen.
 
D. De sociale situaties worden vermeden, of alleen verdragen met intense angst of vrees. Mensen vinden angst en vrees niet leuk en proberen situaties die deze gevoelens oproepen altijd te vermijden. Als dit niet mogelijk is dan ondergaat iemand de situatie met veel angst en vrees. Kritische noot: soms maakt iemand gebruik van veiligheidssignalen of -gedrag. Een veiligheidssignaal of -gedrag is een object, persoon of ritueel dat men uitvoert om de angstniveaus te verminderen. Iemand kan een goede vriend meenemen naar feestjes om zich meer op het gemak te voelen. Iemand kan angstremmers gebruiken vlak voor een speech of alcohol drinken op feestjes.
 
E. De angst of vrees is buitenproportioneel t.o.v. het werkelijke gevaar dat de sociale situatie met zich meebrengt. Een buitensporige reactie ten opzichte van het echte gevaar geeft aan dat sprake is van abnormale (vergeleken met de normale populatie) hoeveelheden angst en vrees.
 
F. De angst, vrees of vermijding is persisterend en duurt meestal zes maanden of langer.
 
G. De angst, vrees of vermijding veroorzaakt klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen. Het vermijden van feestjes of bijeenkomsten kan ervoor zorgen dat je niet meer op de hoogte bent van bepaalde zaken. Dit kan ervoor zorgen dat er minder raakvlakken zijn. Het weigeren van het geven van speeches kan een promotie in de weg zitten.
 
H. De angst, vrees of vermijding kan niet worden toegeschreven aan de fysiologische effecten van een middel. Sommige drugs of medicatie zorgt voor meer angstklachten, paranoia, zweten, beven en trillen, hartkloppingen en dergelijke. Als de huidige klachten daardoor verklaard kunnen worden, dan moet dit eerst worden uitgesloten voordat een sociale angststoornis diagnose kan worden gegeven.
 
I. De angst, vrees of vermijding kan niet beter worden verklaard door de symptomen van een andere psychische stoornis. Het is belangrijk dat er niet een verkeerde diagnose gesteld wordt. Helaas hebben sommige psychische stoornissen overlappende symptomen. Zo komt slaapproblemen voor bij PTSS en depressie.
 
J. Als er sprake is van een somatische aandoening of conditie is de angst of vermijding hieraan duidelijk niet gekoppeld of is deze excessief. Met andere woorden, een somatische aandoening zorgt niet voor genoeg angst of vermijding om de huidige klachten daaraan te kunnen toeschrijven.