De officiële acute stressstoornis criteria

Acute stressstoornis feiten. Acute stressstoornis diagnose.

Acute stressstoornis feiten


Een goede acute stressstoornis diagnose helpt mensen bij het vinden van een geschikte en professionele behandeling voor hun psychische stoornis. Behandeld worden voor acute stressstoornis (ASS) vermindert de ASS symptomen en verkleint de kans op het ontwikkelen van PTSS na een maand [1],[2], en verbetert de kwaliteit van het leven significant [3]. Er zijn verschillende manieren waarop de acute stressstoornis diagnose gesteld kan worden, door het afnemen van vragenlijsten en/of door interviews die de DSM 5 of ICD-10 criteria aanhouden. Na de diagnose kan de behandelaar een behandelplan opstellen dat op maat gemaakt is voor de cliënt. Deze pagina bespreekt de officiële criteria voor een goede acute stressstoornis diagnose en legt de criteria daar waar nodig uit (al dan niet aan de hand van een voorbeeld). De officiële criteria zijn afkomstig van The American Psychiatric Association’s Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fifth Edition (DSM-5).
 

 
Ga naar:

 

Bij Barends Psychology Practice wordt acute stressstoornis behandeld. Meld je hier aan voor een eerste, gratis, sessie. (Afhankelijk van je zorgverzekering kan de behandeling vergoed worden).

 
 

Acute stressstoornis diagnose – Criterium 1

Het eerste criterium richt zich op de manier waarop iemand de traumatische gebeurtenis heeft ervaren:

De persoon is blootgesteld aan:

  • dood of dreigende dood,
  • (dreigende) ernstige verwondingen,
  • (dreigend) seksueel geweld,
  • op de volgende manier:
    (Er moet sprake zijn van
    minimaal één van de volgende
    vier criteria)
  • Directe blootstelling/het is de persoon zelf overkomen.
  • Persoon was getuige van de gebeurtenis.
  • Indirect, doordat het een familielid of vriend is overkomen.
  • Indirect, door herhaaldelijke blootstelling aan de gevolgen van traumatische gebeurtenissen.
  • Voorbeelden ter illustratie van de derde kolom:

    • Directe blootstelling: een auto-ongeluk hebben,
    • Persoon was getuige van de gebeurtenis: een auto-ongeluk zien gebeuren.
    • Indirect, doordat het een familielid of vriend is overkomen: te horen krijgen dat jouw vriend of familielid betrokken is geweest bij een verkeersongeval.
    • Indirect, door herhaaldelijke blootstelling aan de gevolgen van traumatische gebeurtenissen: denk aan ambulancebroeders die mond-op-mond beademing moeten geven aan iemand die zojuist bij een verkeersongeval betrokken is geweest.

     
     

    Acute stressstoornis diagnose – Criterium 2

    Acute stressstoornis symptomen

    Acute stressstoornis symptomen


    Alleen het meemaken of zien van of horen over een traumatische gebeurtenis is niet voldoende om een acute stressstoornis diagnose te kunnen krijgen. Iemand moet naast criterium 1 ook last hebben van tenminste 9 van de volgende 14 symptomen. Deze symptomen zijn opgedeeld in 5 categorieën:
     
    Herbeleving:

    • Herhaaldelijke, onvrijwillige en pijnlijke herinneringen aan het trauma.
    • Herhaaldelijke onaangename dromen waarvan de inhoud of emoties van de droom gerelateerd is aan het trauma. Bijvoorbeeld: onaangenaam dromen over degene die jou beroofd heeft.
    • Dissociatieve reacties (zoals flashbacks) waarbij de persoon zich voelt of gedraagt alsof het de traumatische gebeurtenis weer beleefd.
    • Intense of langdurige emoties of lichamelijke reacties in reactie op interne of externe prikkels die doen denken aan (een deel van) het trauma. Bijvoorbeeld: het kijken van een overval op televisie net nadat de persoon in kwestie zelf overvallen is. Dit kan een erg vervelende ervaring voor deze persoon zijn waarbij de persoon kan gaan hyperventileren of trillen.

    NOOT: Kinderen kunnen (delen van) het trauma gaan naspelen. Ook kunnen kinderen nachtmerries hebben die niet gerelateerd zijn aan de traumatische gebeurtenis.
     
    Negatieve stemming:

    • Aanhoudend onvermogen om positieve emoties te ervaren. Bijvoorbeeld: het onvermogen om blijheid, plezier, opwinding of gevoelens van liefde te ervaren.

     
    Dissociatie:

    • Een veranderd gevoel van de realiteit van zichzelf of de wereld. Bijvoorbeeld: zichzelf zien vanuit het perspectief van een ander; in een waar leven; gevoel hebben dat de tijd vertraagd.
    • Het onvermogen om belangrijke aspecten van het trauma te kunnen herinneren. Dit leidt vaak tot dissociatief geheugenverlies en wordt niet veroorzaakt door andere factoren, zoals een hoofdwond, alcohol of drugs misbruik). Het is mogelijk dat iemand die een auto-ongeluk heeft gehad zich de eerste 5 minuten na het ongeluk niet meer kan herinneren.

     
    Vermijding:

    • Pogingen om nare herinneringen, gedachten of gevoelens over, of samenhangend met, het trauma te vermijden. Om nare herinneringen, gedachten of gevoelens te vermijden kan iemand alcohol of drugs gaan misbruiken.
    • Pogingen om externe prikkels (zoals mensen, plaatsen, gesprekken, activiteiten, voorwerpen of situaties) te vermijden omdat ze herinneringen, gevoelens of gedachten over, of samenhangend met, de traumatische gebeurtenis oproepen. Iemand die ‘s avonds overvallen is in het stadscentrum kan het centrum gaan vermijden en zal misschien proberen om niet meer uit huis te gaan in de avond, omdat zowel het stadscentrum als de avond herinneringen aan het trauma naar boven brengen. /em>

     
    Hyperactivatie:

    • Sleepproblemen (bijvoorbeeld, moeite met het in slaap vallen, in slaap blijven, of rusteloosheid tijdens de nachtrust).
    • Prikkelbaar gedrag en woede-uitbarstingen (waarvoor weinig of geen aanleiding nodig is), zich uitende in verbaal of fysieke agressie jegens mensen of voorwerpen.
    • Overdreven waakzaamheid.
    • Concentratieproblemen.
    • Overdreven schrikreacties.

     
     

    Acute stressstoornis diagnose – Criterium 3

    Acute stressstoornis kan alleen gediagnosticeerd worden als de symptomen 3 dagen na het trauma nog steeds aanwezig zijn, en deze niet langer aanhouden dan 1 maand na de traumatische gebeurtenis. Hoewel (sommige) van de symptomen direct na het trauma kunnen optreden, moeten deze minimaal 3 dagen aanhouden om te voldoen aan dit criterium voor een acute stressstoornis diagnose.

    als de ASS symptomen 1 maand na het trauma nog steeds aanwezig zijn, dan kan de ASS overgaan in PTSS. Voor meer informatie over de PTSS diagnose, klik hier.
     
     

    Acute stressstoornis diagnose – Criterium 4

    Deze ASS symptomen moeten klinisch lijden veroorzaken op gebied van sociaal of professioneel functioneren of bij andere belangrijke gebieden waarbij iemand moet functioneren.
     
     

    Acute stressstoornis diagnose – Criterium 5

    De symptomen kunnen niet worden toegeschreven aan de fysieke effecten van een substantie (medicatie of alcohol) of een andere medische conditie (milde hersenschudding) en kunnen niet beter worden verklaard door een psychose.
     
     

    Literatuur

    • [1] Ponniah, K., & Hollon, S. D. (2009). Empirically supported psychological treatments for adult acute stress disorder and posttraumatic stress disorder: a review. Depression and anxiety, 26, 1086-1109.
    • [2] Kornør, H., Winje, D., Ekeberg, Ø., Weisæth, L., Kirkehei, I., Johansen, K., & Steiro, A. (2008). Early trauma-focused cognitive-behavioural therapy to prevent chronic post-traumatic stress disorder and related symptoms: a systematic review and meta-analysis. BMC psychiatry, 8, 81.
    • [3] Holbrook, T. L., Hoyt, D. B., Coimbra, R., Potenza, B., Sise, M., & Anderson, J. P. (2005). High rates of acute stress disorder impact quality-of-life outcomes in injured adolescents: mechanism and gender predict acute stress disorder risk. Journal of Trauma and Acute Care Surgery, 59, 1126-1130.